Standard (EADGBE)

Nee ik heb nog niets begrepen van je woorden,

'k-heb m'n moed nog lang niet bij elkaar geraapt

Ik weet zeker nu dat ik jou huilen hoorde,

Je ligt naast me en je doet alsof je slaapt

En ik weet dat jij als ik je aan wil raken,

Grimmig afweert alsof ik een vreemde ben

Ik ben bang voor jouw gezicht als we ontwaken,

ik ben bang dat ik je dan niet eens meer ken

En ik kan jouw lichaam in het donker naast me bijna zien,

Ik ken er ieder plekje van

Misschien zie ik je nu nooit meer en het verbaast me,

Dat ik nu zo kalm en helder denken kan

Ik herken zelfs jouw manier van ademhalen,

In het donker van ons harde smalle bed

En ik voel de warmte van je lichaam stralen,

al heb je mij dan ook in de kou gezet

'k-weet nog goed de eerste nacht dat wij hier waren,

Het was winter en je had de trein gemist

In mijn bed lag jij wat voor je uit te staren,

Omdat jij er nog niet al te veel van wist

En ik wilde wel heel graag ervaren lijken, Maar ik wist

er ook niet veel meer van dan jij

's Morgens durfden wij elkaar niet aan te kijken,

'k Had er spijt van en was toch wel heel erg blij

't Is weer ochtend en de zon is al gaan schijnen,

Door mijn wimpers zie ik je in de kamer staan

In het zachte licht dat valt door de gordijnen,

En je schaamt je nu voor mij, je kleedt je aan

Ik hoop dat ik nooit zo'n nacht meer zal beleven,

En het geeft niet of ik mijn gevoel verdruk

Maar je hebt me bij het afscheid iets gegeven,

De herinnering aan liefde en geluk

En ik spring uit bed, ik gooi de ramen open, mensen zwermen op het plein,

de lucht is blauw

Ik wil zonder doel en zonder regen lopen,

En gelukkig zijn al is het niet met jou

'k-wil naar zee toe om te rijden op de golven,

Ik wil vliegen als een vogel in de lucht

In de wolken zijn of onder schuim bedolven

't-is voorbij en ik ben vrij en met een zucht

Met een lach en met een traan ben ik door straten

Van de stad waar het nu lente is gegaan

En ik heb de winter achter me gelaten

Onze liefde kan niet langer meer bestaan

Maar al ga ik hiervandaan toch blijf ik zingen, ik heb altijd toch een lied,

in m'n gitaar

Ik blijf dromen van precies dezelfde dingen

'k Zal je weerzien en we blijven bij elkaar