Standard (EADGBE)

Chorus

F maj7 6 maj7 6

Er wonen twee motten, in m'n ouwe jas

F maj7 6 F#dim7 Gm Gmmaj7 Gm

En die twee motten, die wonen d'r pas

/9-

Je raakt gewoonweg van je stuk

Als je het ziet, dat pril geluk

Hij vreet m'n hele jas kapot

Alleen voor haar, die dot van 'n mot

Ik noem haar Charlotte, en hem noem ik Bas

Die dotten van motten, in m'n ouwe jas

Ik voelde me eerst een beetje belaagd

'k Dacht: 't is net of 'r wat aan me knaagt

Maar toen kreeg ik die gaten in de gaten

Ik dacht nog even: hoe heb 'k 't nou

Maar toen begreep ik 't al gauw

/9-

Ik zag twee motten in die gaten zitten praten

Ik greep meteen naar de D.D.T.

Maar daar verwoest je zo'n huwelijk mee

En besloot meteen: ik zal dat echtpaar daar maar laten

Chorus

Ik ben een geboren eenzaam mens

Maar dat was m'n eigen wijze wens

Een echtverbond heb 'k steeds kunnen verhinderen

En al zeggen m'n relaties tegen mij

Hé joh, breng toch die jas naar de stomerij

Want dat vod begint al knappies te verminderen

Maar juist zo'n vagebond als ik

Die komt pas reuze in z'n schik

Met zo'n ouwe jas, twee motten en tien mottekinderen

F maj7 6 maj7 6

Een familie motten, woont er in m'n jas

F maj7 6 F#dim7 Gm Gmmaj7 Gm

Ik laat ze ravotten als een kleuterklas

/9-

Nou zitten ze boven in m'n kraag

En eten zich een volle maag

Ze vreten m'n hele jas kapot

Omdat een mot toch leven mot

Die lieve Charlotte en mottige Bas

Met hun dotten van motten wonen in m'n jas